Het is een vlucht uit de alledaagse wereld, wanneer ik weer eens door de bossen van Drenthe wandel en geniet van de beelden, geuren en geluiden—de rust—te midden van de bomen en vogels. Het is alsof ik weer opgeladen word na een tijd van geestelijke leegte. En toch heb ik dan alsnog ergens het gevoel dat er iets ontbreekt of dat ik niet helemaal heb gevonden wat ik zoek. Het is pas de laatste jaren, ten dele door mijn verdieping in een land aan de andere kant van de wereld, dat ik besef wat het is dat ik mis: heilige ruimte.
Het begrip
Wat is heilige ruimte? Hoe verschilt het van andere, alledaagse ruimte? Eerst is het nodig om enig begrip te hebben van wat het heilige op zich is. Volgens de Duitse geleerde Rudolf Otto in zijn invloedrijke boek Das Heilige gaat het niet om een denkbeeld, als iets dat door wijsgeren wordt overdacht en besproken, maar in wezen om de schrikwekkende macht van het geheel andere die onmiddellijk, zonder nadenken, gevoeld wordt. Men ervaart de eigen nietigheid ten overstaan van het ondoorgrondelijke goddelijke daar waar het zich openbaart.
In Le sacré et le profane heeft de vooraanstaande godsdienstgeschiedkundige Mircea Eliade hier veel aan toe te voegen. Hij stelt dat het heilige in wisse zin ook de werkelijkheid zelve is, vervuld van het zijn. Het is daarmee ook blijvendheid en werkzaamheid. En de geestelijke mens heeft een diep verlangen om deel te nemen aan die macht en werkelijkheid, om te zijn in volste zin. Vandaar dat men vroeger het liefst in het heilige woonde of anders zo dicht mogelijk bij gewijde zaken.
Voor de vroegere mens kan het goddelijke aanwezig zijn in zoiets als een steen, beek of boom, welke daarmee heilig is. En daar waar het goddelijke zich bij tekenen toont, vanzelf of door aanroeping, is heilige ruimte, de openbaring van volstrekte werkelijkheid. Het is deze ruimte die de wereld grondt oftewel de mens ondergrond geeft in de vluchtige, wezenlijk vormloze bewogenheid waarin die zich anders begeeft. Heilige ruimte is een vast oord van waaruit men schikking en richting in het bestaan kent: orientation in het Frans van Eliade. Zonder zo een oord is er slechts betrekkelijkheid. Het heelal heeft geen middelpunt, zeggen wetenschappers heden. En dat klopt, zolang er geen heilige ruimte is.
Hoewel de meeste westerlingen vandaag de dag geen benul hebben van waarlijk heilige ruimte is de wereld voor niemand geheel ontheiligd. Zoals Eliade het noemt kent iedereen nog onderbrekingen in ruimte vanwege plekken van betekenis in het eigen leven, bijvoorbeeld daar waar hij of zij geboren is of liefde heeft gevonden. Op zulke plekken kan een andere werkelijkheid gevoeld worden dan de alledaagse.
Heilige ruimte grondt de wereld zoals gezegd, schikt haar, en maakt haar zo eigenlijk ook. Dit is waarom voor de vroegere mens de wereld haar middelpunt heeft in de eigen gemeenschap rond de eigen heilige ruimte(s). Buiten de wereld met haar grenzen zijn andere werelden vol vreemdelingen en boze geesten. Zo is te begrijpen waarom voor de oude Germanen de wereld—hun wereld—Middelgaard heette, voordat die werd vergroot bij de voeling met andere volkeren.
Hoewel wij westerlingen kerken kennen als heilige ruimtes, ervaren de meesten van ons die niet meer werkelijk als zodanig. Aangezien hier vanouds, sinds de kerstening eeuwen geleden althans, geen bekendheid is met een ander slag heilige ruimte in de ware zin van het woord, is het voor velen ook niet meer dan een woord. Zo was het ook voor mij, ondanks mijn onbewuste, wazige verlangen ernaar en mijn lezen over oude heidense heiligdommen, tot ik enkele jaren geleden kennis maakte met Japan en diens inheemse volksgeloof shintō.

Het Zonnerijk
Shintō draait om de verering van kami, een begrip dat vaak onterecht als ‘goden’ wordt geduid. Beter is om kami op te vatten als ‘geesten’, al gaat het in ruimere zin ook om ‘iets ontzagwekkends’ of—gezien Otto’s begrip van het heilige als schrikwekkende macht—misschien wel gewoon ‘iets heiligs’. Kami kunnen van alles zijn en bewonen. Japans bekende vuurberg Fuji bijvoorbeeld is of huist—de meningen zijn verdeeld—een kami, maar ook voorname, al dan niet overleden mensen kunnen als kami beschouwd worden.
Verspreid over Japan zijn tienduizenden jinja: heiligdommen met ambachtelijk getimmerde gebouwen die geacht worden kami te huizen. Deze heiligdommen, eigenlijk dus heilige ruimtes, bevinden zich vaak in bossen en anders op zijn minst bij een of meer bomen. Ze zijn vaak afgebakend door de bomen eromheen en bijna altijd voorzien van een of meer torii: op zichzelf staande, deurloze poorten die de grens tussen de heilige ruimte en het alledaagse aan geven en waarvoor men vaak een buiging maakt. Een torii is vaak zacht helderrood geverfd en geldt inmiddels als het zinnebeeld van shintō. Het is moeilijk om een bekoorlijkere opzet van heilige ruimte te bedenken.
Reinheid is er van groot belang en in de meeste jinja is een overdekte plek om bij aankomst met zuiver water de handen te wassen en de mond te spoelen. Daarna loopt men door tot voor de erehal, waar men voor de kami aan de bel trekt, wat geld offert, tweemaal buigt, tweemaal in de handen klapt, nog een keer buigt en vervolgens weer weggaat. De daadwerkelijke woning van de kami, het hart van het heiligdom, staat overigens achter deze erehal.
Er is in shintō geen sprake van een stichter of echte leer. Het is een en al beoefening en verering, met verscheidene plechtigheden, waaronder huwelijken en nieuwjaarsviering. Er is geen heilige schrift, maar er zijn wel belangrijke oude boeken met verhalen over de kami, waarvan de voornaamste trouwens Amaterasu is, de zonnegodin waar het Keizerlijk Huis van Japan van afstamt volgens de overlevering.
De meeste Japanners nemen deel aan shintō-gebruiken, vaak zonder erbij stil te staan dat die daartoe behoren. Men ziet zichzelf doorgaans ook niet als een aanhanger, en shintō liever niet als een religie, omdat het zo anders is dan jodendom, christendom en islam. Nee, shintō is een ee, om met een verouderd Nederlands woord te spreken—een geheel van zeden van ziel en volk om overeen te stemmen met de goddelijke schikking, die ik de tauw noem.
Het is verleidelijk te denken dat Japans volksgeloof ons een beeld geeft van wat het Germaanse heidendom met zijn heiligdommen had kunnen zijn als het tot heden had voortbestaan. Er waren en zijn immers grote gelijkenissen. Maar de Japanners zijn een ander volk en shintō heeft een sterk eigen ontwikkeling doorgemaakt, ook zoals het in de loop der eeuwen in hoge mate is beïnvloed door stromingen uit (of langs) China, zoals confucianisme, taoïsme en chán-boeddhisme. Laatstgenoemde groeide uit tot zen in Japan en was bijna volledig vermengd met shintō, tot de Meiji-overheid in 1868 besloot om de twee streng te scheiden.

De hernieuwing hier
Niettemin zou ik graag enigszins voorbeeld willen nemen aan de opzet van shintō in het herstel van heilige ruimtes in de Lage Landen en omstreken. Niet alleen in de bossen, maar ook in de dorpen en steden. De overeenkomst tussen een torii en het ruim drieduizend jaar oude houten tempeltje van Barger-Oosterveld in Drenthe beschouw ik daarbij als een goed teken. Hoe mooi zou het zijn als wij weer behoorlijke toevluchtsoorden uit het alledaagse hebben, ter gronding en schikking van onze wereld?
Het zou mij een groot geluk wezen om in de buurt of tijdens wandelingen zo nu en dan door de poort van een heiligdom te kunnen lopen en er eer te bewijzen aan de (goede) houden—goede geesten—van die plek en aan de Ene die alles ondersteunt. Ik zou er ook een lichtje voor voorouders en andere overleden sibben kunnen aansteken en wellicht een huwelijk voltrokken zien worden. De houten gebouwen zijn er volgens tijdloze wijze getimmerd en hier en daar prijken rijen ruinstaven op balken en vanen.
Ik stel uiteraard niet een nabootsing van shintō voor. Wij hebben onze eigen bouwkunst en stijlen, onze eigen gebruiken, en onze eigen benamingen. Zo ware een heilige ruimte een wij, om met een oud, aan wijwater en wijden verwant woord te spreken. Priesters heten wijlingen en eewarden, en we reppen niet van de poort maar bijvoorbeeld van het door, naar Middelnederlands door en Duits Tor. Er is zoveel in ons erfgoed om er iets heel oorspronkelijks en rijks van te maken, dat ik niet weet waar ik moet beginnen.
Anders dan in shintō—meer zoals zen en de oude gebruiken in het Avondland—zouden zulke heilige ruimtes hier ook plek kunnen bieden aan ordes van mensen die zich met tucht en eenvoud toeleggen op bezinning te midden van de bomen en vogels, op de diepste werkelijkheid. Daarover zal ik een andere keer schrijven. Voor nu vraag ik mijn lezers om zich in de stof te verdiepen, het bovenstaande alvast eens echt te overwegen, en het tevens aan anderen voor te leggen.

Het mag van belang zijn om niet alleen te weten dat heilig van heil is afgeleid, maar ook dat in heil twee verschillende woorden zijn samengevallen. Het ene is afgeleid van heel en verwijst naar gezondheid. Het andere betekent ‘voorteken’ en beantwoordt buiten het Germaans aan onder meer Middelwels coel ‘voorteken’, Oudbretons coel ‘vogelwichelarij’ en Latijn caelum ‘lucht, hemel’.
Torii van Meiji Jingū door Daniel Ramirez. Enige rechten voorbehouden.
Torii van Hakone-jinja door Yuan. Enige rechten voorbehouden.
Torii van Nonomiya-jinja door Yuan. Enige rechten voorbehouden.
Torii van Meiji Jingū door Leonard Witzel. Enige rechten voorbehouden.
Dag Olivier,
Ik herken mij erg in de eerste regels. Voor mij zijn het de Veluwse bossen die mij lief zijn. Hier mediteerde ik dan ook vaak op de ordening waar ik deel van uitmaak. Maar ik zocht het heilige in verten, dus buiten het alledaagse. Door schade en schande moest ik ondervinden, dat wat ik zocht zich eigenlijk in het alledaagse begaf: mijn vrouw en kinderen. Hoe zou deze ruimte te noemen zijn? Komt dit in de buurt van de term sibbe?
Hartelijke groet,
Mark
Beste Mark,
Men zegt wel eens: het gaat niet om de bestemming maar de reis zelf. Maar zijn je reisgenoten niet het belangrijkst? Hoe mooi is het dan dat gezin oorspronkelijk ‘reisgezelschap’ betekende!
Je noemt sibbe. Een goed woord, maar als je de bijgedachte aan ruimte aanhoudt valt ook te denken aan huws, als voortzetting van Middelnederlands huwesc en uiteindelijk Oudgermaans *hīwiskiją ‘gezin, huishouden, huis’. Uiteraard verwant aan huwen en huwelijk, maar denk ook aan Middelnederlands huwe ‘huisgenoot, familielid’.
(Andere voortzettingen van *hīwiskiją zijn Oudsaksisch híwiski, Oudhoogduits híwiski, Oudengels híwisc en Oudnoords hýski, al betekent IJslands hyski inmiddels ‘laag volk’.)
Fantastisch, helemaal nu ik volgende week ga trouwen!
Dank je wel en een fijne dag
Mijn gelukwensen!
In het boek ‘Heidense Heiligdommen’ gidst Judith Schuyf je langs de zichtbare overblijfselen van een verloren, heidens verleden in Nederland.
Wellicht dat je hier inspiratie kan uithalen (om eens te bezoeken).
Dat boek heb ik ooit in mijn handen gehad, maar nooit gelezen. Eliade schrijft dat een heilige ruimte vroeger nooit zomaar gekozen werd door mensen, maar werd bepaald op grond van goddelijke (voor)tekenen. Zo zou herstel van heilige ruimtes hier te lande ook uit moeten gaan van bestaande, vroegere heiligdommen. Dat maakt Schuyfs boek waardevol. Verder denk ik aan de vele grafheuvels die onder meer in Drenthe liggen. Aan de andere kant, zoals ik heilige ruimtes voor ogen heb zijn ze overal te stichten.
Shinto is waarom ik een groot liefhebber ben van de animatiefilms van het Japanse Studio Ghibli. https://storymaps.arcgis.com/stories/ab394dce74d84caa89848919fa1c81ad
Met hun werk en boodschap ben ik zeker bekend. Met name Mononoke-hime heeft destijds indruk op me gemaakt. Ik durf het zelfs een invloed op mijn denken te noemen.
Niet van Ghibli, maar ook met shintō—zelfs uitdrukkelijk met torii en plechtigheden— is de geliefde tekenvelm Kimi no na wa. Het is voor tieners en heeft vrij overdreven uitingen van gevoelens, zoals wel vaker bij Japanse vertellingen, maar ik vond het de moeite waard.
Zie ook:
Miyazaki’s Shinto themes
Miyazaki anime and Shinto
ᚳᚾ ᚺᛠᚷᛋᛏᚾᛠᛞᛁᚷᚳ ᚹᛇᛞᚳᚱᛏᛟᚾᚪᛞᚳᚱᛁᛝ ᛋᚨᛟ ᚹᛉᛚ ᛇᚾᛋ ᚩᚾᛋᚾ ᚺᛡᛚ ᚲᚳᚾᚾᚳᚾ ᛋᛡᚾ, ᛋᛇᚲᚳᚱ ᛁᚾ ᛞᛇᛋᚳ ᛏᛡᛞᚳᚾ ᚠᚨᚾ ᚠᚳᚱᚠᚨᛚ.
Groetjes,
Nandhilde
ᛁᚲ ᛋᚷᚨᛏ ᛞᚨᛏ ᚺᛉᛏ ᚠᛉᚱᛚᚨᛝᚳᚾ ᚾᚪᚱ ᚺᛉᛖᛚᛁᚷᚳ ᚱᚥᛗᛏᚳ ᚹᛡᛞᚠᛉᚱᛒᚱᛉᛖᛞ ᛁᛋ ᚩᚾᛞᚳᚱ ᛗᛉᚾᛋᚳᚾ ᛗᚪᚱ ᚠᛇᛚᚨᛚ ᚩᚾᛒᚳᚹᚳᛋᛏ
ᛗᛉᚾ ᛁᛋ ᛠᚲ ᛗᛟᛖᛚᚳᚲ ᛏᚳ ᛒᚳᚹᛇᚷᚳᚾ ᛫ ᛋᛉᛚᚠᛋ ᚹᚨᚾᛇᚱ ᛗᛉᚾ ᛒᚳᚹᚳᛋᛏ ᛁᛋ ᚠᚨᚾ ᚺᛉᛏ ᚠᛉᚱᛚᚨᛝᚳᚾ
ᚹᚨᚷᚨᚱᛗᚳ ᛞᚳ ᚷᚳᚱᛁᛝᚳ ᛞᛉᚾᚲᚲᚱᚨᚷᛏ ᛉᚾ ᛗᛟᛞ ᛞᛉᛋ ᛞᛉᚾᛋᚳᚾ 😦
Hoe doen jullie die tekentjes? 😱
Hey Machteld, je vindt die ‘tekentjes’ hier:
https://taaldacht.nl/nederlandse-ruinstaven/
Er is overigens een heel artikel over geschreven:
https://taaldacht.nl/2019/12/01/een-stavenschat-voor-onze-taal/
Groetjes,
Nandhilde
Ohhh dank u Nantechildis 😁