Baduhenna

“O Vrouwe, gun ons zege in uw heilige woud!”

Zulk een verzoek kunnen wij ons voorstellen van de Friezen toen zij in 28 na Christus in opstand kwamen tegen de Romeinen. Hoewel het land der Friezen benoorden de Rijn lag, de stroom die in de Lage Landen de grens van het Rijk vormde, waren zij als bondgenoten ondergeschikt aan de Romeinen. Toen de eisen allengs onredelijk werden maakten de Friezen een vuist en vielen zij het castellum Flevo aan. De Romeinen zonden versterking, waaronder een afdeling ruiters van andere Germaanse stammen, en de Friezen braken hun beleg af en trokken zich terug. De Romeinen volgden hen door het zo lastige drassige land –jachtig dijken en bruggen bouwende– tot in het heilige woud van Baduhenna.

Lees verder “Baduhenna”

Afstammingsnamen in de Lage Landen

In IJsland is het nog de maatstaf: daar hebben de meeste mensen geen achternaam, maar een vadersnaam, ook wel bekend als patroniem. Een dergelijke naam geeft aan wiens zoon of dochter iemand is. Zo heet het huidige staatshoofd van IJsland Ólafur Ragnar Grímsson. Hij is dus de zoon van Grímur. Het vorige staatshoofd heet Vigdís Finnbogadóttir. Zij is dus de dochter van Finnbogi. In de Lage Landen was het vroeger niet anders, en veel achternamen alhier zijn dan ook versteende vadersnamen. Maar waar het huidige IJsland maar één slag vadersnaam heeft, hadden de Lage Landen er verscheidene.

Lees verder “Afstammingsnamen in de Lage Landen”

Ubbe de Vries

Wij kennen de verhalen van Friese koningen en helden uit de Middeleeuwen, zoals Finn Folcwalding, Rêdbád en Grutte Pier, maar wie kent dat van Ubbe?

Ergens in de achtste eeuw na Christus ontmoeten in Zweden twee reusachtige legers elkaar op een grote vlakte genaamd de Brávellir. Het ene wordt geleid door de Deense koning Haraldr Hilditönn (‘Strijdtand’), het andere door zijn Zweedse onderkoning Sigurðr Hringr (‘Ring’). Wat volgt is een van de meest legendarische slagen ooit beschreven in de Noordse letterkunde, met in de hoofdrol een Friese krijger van groot gestalte genaamd Ubbe, oftewel Ubbi in het Oudnoords.

Lees verder “Ubbe de Vries”

Mijn en dijn

Telkens wanneer ik iemand de uitdrukking mijn en dijn hoor zeggen of zie schrijven vuurt mijn gemoed. Dijn ‘jouw’ is mij namelijk een welbemind oud woord, stammend uit een tijd dat du/dou ‘jij’ in het algemeen Nederlands nog niet door gij/jij was vervangen. De Scandinavische talen, het Duits, het Fries en ook het Gronings en het Limburgs gebruiken allemaal nog een vorm van du/dou en dijn.

Lees verder “Mijn en dijn”

Het Fries tussen zustertalen

Menigeen weet dat het Fries soms meer op het Engels lijkt dan op het Nederlands of Duits. Althans, waar het woorden en klanken betreft. In de meeste zulker gevallen gaat het om een woord dat de vier talen gemeen hebben, d.w.z. eenzelfde woord dat zij allen geërfd hebben uit het Oudgermaans. Zie bijvoorbeeld Engels green en Fries grien tegenover Nederlands groen en Duits grün; allen komen zij van Oudgermaans *grōniz. Maar in enkele gevallen delen het Engels en het Fries een woord dat in het Nederlands en het Duits niet eens voorkomt. Een welbekend voorbeeld hiervan is Engels key en Fries kaai tegenover Nederlands sleutel en Duits Schlüssel. Zie hier voor een overzicht van zulke gelijkenissen tussen Engels en Fries.

Lees verder “Het Fries tussen zustertalen”

Leer en doem van de Dertiende Ezige

Vergeleken met de Oudengelse en de Oudnoordse overlevering is de Oudfriese overlevering maar bescheiden. De meeste teksten betreffen rechtspraak, en daar schittert het Oudfries in, maar de weinige verhalen en verhandelingen die het uiteindelijk hebben gered verbleken in kunstigheid bij die van de Oudengelse en Oudnoordse overlevering. Er is geen Oudfriese tegenhanger van Béowulf, geen tegenhanger van de Völuspá of van de Heliand; er is hoe dan ook geen Oudfries werk in stafrijm, de oude Germaanse dichtvorm, of enig waar heldendicht.

Maar in de Oudfriese overlevering zijn wel nagalmen te vinden van aloude Germaanse tijden, onder andere in de vorm van zeldzame woorden, weergaven van rechtsgang, en aanwijzingen naar een verloren mythologie.

Lees verder “Leer en doem van de Dertiende Ezige”

Saksemarken, land van de hoge helm en het rode schild

Ák skilu wí úse lond wera mith egge and mith orde and mith thá brúna skelde with thena stápa helm and with thene ráda skeld and with thet unriuchte hêrskipi.

(Ook zullen wij ons land verdedigen met zwaard en met speer en met het bruine schild tegen de hoge helm en tegen het rode schild en tegen de onrechte heerschappij.)

Deze koene belofte vinden wij in een wettelijk stuk uit Middeleeuws Friesland, in de Oudfriese tong. Een opmerkelijk dichterlijke benaming is de hoge helm en het rode schild, waarmee de Saksische ridders worden bedoeld, naar hun wapenrusting. Het waren de Saksen die van jaren her macht zochten te winnen over de Friese landen. Oude vijanden waren zij, zoals naburen vaak plegen te zijn. Het is niet de enige keer dat we deze benaming treffen. Zo lezen we in een ander stuk uit Laat-Middeleeuws Friesland het volgende:

Lees verder “Saksemarken, land van de hoge helm en het rode schild”

Bijzondere Friese woorden

In een vlaag van woordenliefhebberij heb ik mij de afgelopen dagen verdiept in de Friese woordenschat. De uitkomst is een lijst van Friese woorden die ik om een of meerdere redenen bijzonder acht. Het is niet bedoeld als een naslagwerk, maar als een kennismaking. De lijst is hier te vinden en ook onder ‘Lijsten’ hierboven in het hoofdmenu. Bij deze lijst leg ik ook uit … Lees verder Bijzondere Friese woorden

Faam

Om mijn groeiende belangstelling voor de Friese taal te verluchten vervolg ik mijn reeks van Friese woorden die ik bijzonder vind. De vorige keer was het tsjoender ‘tovenaar’; deze keer is het faam ‘jonge vrouw, maagd’. Het woord heeft mij stil doen staan bij het dichterlijke genoegen dat taal kan geven. Maar daarover straks meer. Eerst vraag ik uw geduld voor enkele woorden over de … Lees verder Faam