Droom-omgolfde eilanden

Een van de meest dichterlijke kenmerken van onze taal heb ik altijd het gemak gevonden waarmee samenstellingen gevormd kunnen worden. Zelfs wie geen enkele kennis van rijm of andere dichttechnieken heeft, en nooit ‘poëtische’ gevoelens heeft (wat dat ook moge zijn), kan het plezier van dit dichterlijke, scheppende aspect van onze taal genieten. Men neme simpelweg een woordenboek, kieze zorgvuldig twee woorden, en het resultaat is bijna altijd verrassend en poëtisch. Zo zijn programmamakers en schrijvers ook vast op goed verkopende titels als vuurzee en zeemuziek gekomen.

Lees verder “Droom-omgolfde eilanden”

Bewegwijzering

Net als enkele trouwe bezoekers voelde ik de behoefte aan enige vorm van bewegwijzering om het zoeken en vinden van stukken op Taaldacht te vergemakkelijken; hoe graag ik ook vermag rond te dwalen in vreemde (web)steden, stel ik het ook zeer op prijs wanneer ik een gewenste bestemming zonder al te veel omzwervingen bereik. Om deze reden heb ik getracht de verschillende stukken in kaart te brengen, en via deze schakel kunt u de resulterende inhoudsopgave direct raadplegen.

Lees verder “Bewegwijzering”

Somber stafrijm

I suspect that it is a metre which is only suitable to rather sombre subjects.

Met deze woorden typeerde de Engelse dichter W.H. Auden eens de versvorm die de Engelsen alliterative verse noemen en bij ons stafrijm heet. Auden goot zijn lange verhalende gedicht The Age of Anxiety in deze vorm, die hij tot in de details beheerste. Dat het stafrijm hem juist voor zwaarmoedige onderwerpen geschikt leek, heeft ongetwijfeld te maken met haar oorsprong in de verhalenwereld van de Germanen. Met de zware cadans van het stafrijm lijkt iets van de heroïsche somberheid van de Germaanse ziel vervlochten, van de gemoedsstemming die Tolkien zo ontroerde in Oudengelse gedichten als Beowulf; het is de blik die het vallen ziet van de laatste nacht en toch door blijft strijden, de krijger die zijn trotse verzet niet laat breken door tegenstand, hoe onoverwinnelijk ook.

Lees verder “Somber stafrijm”

Boreas en Irene

Waar ik dacht dat de zoetgeurende Zefier en witgelokte Boreas zich, vluchtend voor de nieuwe wetenschap, ontgoocheld teruggetrokken hadden in hun grotten, word ik dezer dagen steeds vaker herinnerd aan de oude windgoden. Hun verre dochters roeren zich immers aan de overzijde van de oceaan: enkele jaren na Katrina teistert nu haar meedogenloze zuster Irene de oostkust van de Verenigde Staten, waar ze woedend door de straten stormt en in haar razernij mens en natuur ontwortelt.

Al geloven we in dit nuchtere tijdperk der wetenschap niet meer in bezielde stormen, in onze taal zo niet in onze gedachten leeft nog immer de herinnering aan de vaarne goden van de wind. Zo bestaat het veelgebezigde orkaan Irene oorspronkelijk niet uit één, maar uit twee eigennamen. Orkaan is namelijk in de zestiende eeuw door Spaanse kolonisten aan een plaatselijke Caraïbische godheid ontleend; deze Hunrakan of God-Met-Eén-Been werd vernoemd naar het ‘eenbenige’ sterrenbeeld van de Grote Beer, dat in het orkaanseizoen helder aan de hemel verscheen.

Lees verder “Boreas en Irene”

Tirannen en despoten

“There are many ways in which words may be made to disgorge the past that is bottled up inside them, as coal and wine, when we kindle or drink them, yield up their bottled sunshine.” – Owen Barfield

Nu de vrijheidsstrijd in het Midden-Oosten weer oplaait, zien we journalisten voorzichtig zoeken naar de meest passende woorden om de wankelende machthebbers te beschrijven. Waar de Libische Kaddafi eerst nog een leider en kolonel was, ging hij spoedig de eerloze weg naar despoot en tiran. Voor zijn Syrische lotgenoot lijkt eenzelfde pad uitgestippeld. De gekozen benamingen vertellen niet alleen veel over de heersende opinie ten opzichte van de verre gebeurtenissen in de Arabische wereld; ze geven ook inzicht in de verschillende culturele oorsprongen van onze gevoelens jegens machthebbers.

Lees verder “Tirannen en despoten”

Sjwa

Om ongemakkelijke misverstanden direct in de kiem te smoren: sjwa beduidt hier niet de manier waarop leipe matties elkaar na een paar tjonkels in de hood begroeten, noch mijn favoriete couscousgerecht bij de plaatselijke Marokkaan. Het gaat om een klank die we gebruiken als we even niets te zeggen weten (uh) maar ook in tal van eenlettergrepige woorden (te, de, me, je, ze, etc.) en voor-/achtervoegsels (ge-, –en, –je, etc.). Van alle klinkers kost het produceren van een sjwa wel het minste moeite; een normaal gebouwd mens hoeft slecht zijn mond ontspannen te openen, de stembanden wat te laten trillen, en uit te ademen.

Lees verder “Sjwa”

Achter geloken ogen

Waar heeft rondom het huis de wind het over?
Achter geloken ogen gaat het huis teloor
En wandel ik weer langs een oever
Van het verleden, en er is geruis
Van water en van riet, vooral van water.
Een blij kind roept mijn naam – werd ik ooit oud?

Aldus begint het gedicht Wind om het huis geschreven door Arend Roland Holst, dat hij hier in zijn heldere en gedragen Nederlands voordraagt. Hij speelt met de betekenis van het weinig gebruikte geloken: de geloken ogen van een huis zijn immers de luiken, wat de metafoor oproept – het lichaam als huis van de ziel – die de verwante woorden ook in betekenis verbindt. Zo blaast Holst met zijn dichterlijke gebruik van een bekende uitdrukking nieuw leven in een ondergewaardeerd woord; tegelijkertijd herinnert hij ons aan de gedeelde oorsprong van geloken en luiken.

Lees verder “Achter geloken ogen”

Verheven ernst

Tolkien mag zelf dan geen liefhebber van de Nederlandse taal geweest zijn, de eerste vertaling van The Lord of the Rings werd wél in ons land uitgegeven. Bovendien is vertaler Max Schuchart voor zijn werk aan In de Ban van de Ring onderscheiden met de Martinus Nijhoff-prijs. Dat we hem dankbaar mogen zijn voor zijn grote toewijding staat dan ook buiten kijf. Toch heb ikzelf, en velen met mij, me zo nu en dan geërgerd over enkele van zijn keuzes. Het deed me dan ook deugd toen ik vernam van een ‘alternatieve’ vertaling door mevrouw E.J. Mensink-van Warmelo, geschreven in de jaren zeventig en onder meer hier te vinden. Ze heeft dit kolossale werk klaarblijkelijk geheel op eigen initiatief en kosteloos volbracht – wat op zich al bewonderenswaardig is – en het resultaat is allerminst onverdienstelijk.

Lees verder “Verheven ernst”

De wetgevers van de wereld

‘Dichters zijn de officieuze wetgevers van de wereld,’ zo beweerde de Engelse hogepriester van de Romantiek P.B. Shelley eens. Zij geven immers onze woorden betekenis en daarmee onze wereld inhoud. De laatste tijd begin ik steeds meer te twijfelen of Shelleys lijfspreuk op onze tijd nog wel toepasbaar is.

Zo was ik laatst – vraag me niet waarom – op zoek naar een Amsterdamse winkel waar men hardloopschoenen verkoopt. Mijn zoektocht strandde echter al gauw, en het duurde enige tijd voor ik ontdekte waar ik de mist in ging. Tot mijn groeiende verbazing kwam ik erachter dat ik niet op het vooroorlogse hardloopschoenen moest zoeken – maar op runningschoenen.

Lees verder “De wetgevers van de wereld”

Accelerando

Was er een prijs voor het meest veelzijdige leesteken, dan zou het liggende streepje zonder aarzelen mijn stem krijgen. Waar de regels rond andere leestekens tamelijk eenduidig zijn, hoef je bij gebruik van een – nooit bang te zijn dat je onverhoopt grammaticale gruwels als kommasplitsingen of onvolledige zinnen tot leven wekt. Reden te meer om na de puntkomma ook voor dit leesteken een lans te breken – voorlopig figuurlijk, al weet je het maar nooit in deze roerige tijden.

Lees verder “Accelerando”

Voorbij de randen van de wereld

Tijdens het lezen van Tolkiens The Lord of the Rings kwam ik onlangs een uitdrukking tegen waar ik niet overheen kon lezen. Voor wie de boeken kent: ik was Frodo net gevolgd tot de elvenstad Rivendell, alwaar hij betoverd wegdroomt bij de muziek en poëzie van de elven:

Almost it seemed that the words took shape, and visions of far lands and bright things opened out before him; and the firelit hall became like a golden mist above seas of foam that sighed upon the margins of the world.

Lees verder “Voorbij de randen van de wereld”